Moppen voor kinderen

John tegen Klaas: 'Weet jij het verschil tussen een geit en een brievenbus?'

Klaas: 'Eh... neen.'

John: 'Dan kun je maar beter geen postbode worden!'

Een gek mag een tijdje uit het gekkenhuis omdat hij niet meer denkt dat hij een graskorrel is. Na vijf minuten komt hij gillend terug rennen. 'Help, help!' roept hij. 'Wat is er?' vraagt de directeur. 'Een kip!' gilt de gek. 'Maar je denkt nu toch niet meer dat je een graskorrel bent?' vraagt de directeur. 'Ja, maar hoe kan die kip dat dan weten?' zegt de gek!

Op een druk kruispunt staan 2 zotten voor het rood licht.
Zegt de ene: 'Amai, ferm kleur e zeg, da rood...'
'Ja', zegt den andere, 'das ni mis he...'

Opeens spring het verkeerslicht op groen.
Zegt de ene: 'Amai das ook ni lelijk, zo schoon groen zo...'
'Ja', zegt den andere, 'heel schoon'.

Plots spring het licht op oranje.
'Amai', zegt den ene, 'das het fermste da we al gezien hebben e'
'Ja', zegt den andere, 'als ge het maar weet!'

Tenslotte springt het licht op rood.
Zegt de ene: 'Bwa kom, dees hebben we al gezien. Doorrijden!'

Jantje bezoekt met zijn vader de dierentuin.
Ze blijven staan voor de kooi met de roofdieren en papa zegt:
'Dat daar is een jaguar.'
Waarop Jantje zegt: 'Hoe kan dat? Er zitten helemaal geen wielen aan!'

Een man komt bij de burgemeester en zegt: 'Burgemeester ik wil graag mijn naam veranderen!' Burgemeester: 'Dat kan. Wat is uw huidige naam?' Man: 'Jan Poepjes.'Burgemeester: 'En hoe moet uw nieuwe naam luiden?' Man: 'Piet Poepjes!'

Jantje is op bezoek bij Daantje en vraagt waar de wc is?'

'Je kunt naar de wc want de wc is verstopt, Jantje', zegt Daantje.

Jantje: 'Dat geeft niet hoor, ik zoek wel waar hij is!'

Er lopen twee ballonnen in de woestijn. Zegt de ene ballon tegen de andere: 'Kijk uit een cactussssssssss!'

Klara vraagt aan haar vader: ‘Papa, weet jij hoeveel tandpasta er in een tube zit?’ Vader zegt: ‘Nou, geen idee.’ ‘Ik wel’, zegt Klara. ‘Van de badkamer over de overloop naar jullie slaapkamer, die twee keer rond en dan ook nog helemaal tot in je studeerkamer!’

Meester: ik begrijp niet hoe je in je eentje zoveel fouten in je huiswerk kan maken. Leerling: Ik was niet alleen, meneer Mijn vader heeft me geholpen.

'Hoe vaak moet ik je nog vertellen dat je 's morgens op tijd moet zijn, Jantje?'

'Nog dertien keer, meester!'

'Hoezo nog dertien keer?'

'Omdat we dan vakantie hebben, meester!'