'Als ik iets komisch zie, schiet ik altijd meteen in de lach', zegt Fred.
'Dat is wel triest, 'antwoordt zijn vriend, 'want dan je je nooit voor de spiegel scheren.'
- 4 weergaves
'Als ik iets komisch zie, schiet ik altijd meteen in de lach', zegt Fred.
'Dat is wel triest, 'antwoordt zijn vriend, 'want dan je je nooit voor de spiegel scheren.'
Gek, Niks en Niemand zitten samen in een boom. Plotseling valt Niemand uit de boom. “Snel, bel een ziekenwagen” roept Niks. Gek belt snel naar het ziekenhuis en zegt “Hallo, ik ben Gek, ik bel voor Niks en Niemand is uit de boom gevallen!”
De telefoon gaat en als er opgenomen wordt klinkt er een klein kinderstemmetje: "Hallo?"
"Kan ik je vader of je moeder spreken?"
"Die zijn er niet."
"Is er dan niemand anders thuis?"
"Ja, mijn zus"
"Mag ik haar dan even aan de telefoon?"
Een tijdje is het stil, dan klinkt het stemmetje weer: "Het spijt me meneer, maar ik kan haar niet uit de wieg tillen."
Twee ballonnen zijn op een feestje. De ene ballon drinkt frisdrank en ineens ontploft hij.
Zegt de andere ballon: 'Ik zei het nog zo: drink nooit frisdrank met prik!'
Jut is bij Jul.
Jul pakt een trommel met koekjes.
Hij zegt: ' Raad eens! Hoeveel koekjes zitten er in deze trommel? Als je het goed hebt mag je ze alle drie hebben ...
Jut:' Hoe kan ik dat nou weten?
Ik denk vijf!'