Beleg

Een Duitser een Belg en een Nederlander zijn aan het werk in de bouwindustrie.
Tijdens de eetpauze zegt de Duitser “scheisse, weer al braadworst op mijn boterham, als ik dat morgen weer heb spring ik van het dak af!”
De Belg kijkt in zijn lunchtrommel en zegt “gatver, weer al patat op mijn boterham, als ik morgen weer patat heb op mijn boterham spring ik van het dak af!”
De Nederlander opent ook zijn lunchtrommel en zegt “Verdomme, ik heb gewoon alweer kaas op mijn boterham, als ik morgen weer kaas op mijn boterham heb spring ik ook van het dak af”

De volgende werkdag komen de Duitser, Belg en Nederlander weer bij elkaar om samen te lunchen. De Duitser kijkt in zijn lunchtrommel “Weer al braadworst?” en springt van het dak af. De Belg open zijn lunchtrommel en zegt “Weer al patat!” en springt van het dak af. Vervolgens open de Nederlander zijn lunchtrommel en zegt “Verdomme, alweer die vieze kaas” en springt ook van het dak af.

Wanneer de vrouwen van de mannen worden ingelicht over hun dood zegt de Duitse vrouw “Als ik had geweten dat hij iets anders wou dan braadworst had ik dat wel gedaan” de Nederlandse vrouw zegt ook “Als ik wist dat hij geen kaas meer wou had ik wel iets anders gekocht”

De Belgische vrouw kijkt naar de grond en merkt dat de andere twee vrouwen haar aan kijken en zegt: “Kijk mij niet aan… hij maakte elke ochtend zelf zijn lunchtrommel klaar!”