Op een namiddag ontmoet Caroline toevallig Annemie, die ze niet meer gezien heeft sinds ze 2 jaar geleden samen afstudeerden. Annemie duwt een kinderwagen met daarin een wolk van een baby.
"Hé, jij was toch vast van plan om non te worden?" zegt Caroline.
"Ja" antwoordt Annemie, "ik weet het. Ik stond dan ook al met één been in het klooster en met het andere nog in de wereld en toen is er iets tussen gekomen!"
Een Hollander doet mee aan de lotto. En wordt hem gevraagd wat doe je als je de honderdduizend wint? 'Natellen' zegt de man.
Een bus vol lelijke mensen kwam frontaal in aanrijding met een vrachtwagen. Toen ze stierven, vervulde God ze allemaal één wens. De eerste persoon zei: "Ik wil mooi zijn." God knipte met zijn vingers en het gebeurde.
De tweede persoon zei hetzelfde en God deed hetzelfde. Dit wil maar door in de hele groep.
God merkte dat de laatste man in de rij hysterisch lachte. Tegen de tijd dat God bij de laatste tien mensen was, lag de laatste man te lachen en rolde hij over de grond.
Toen de man aan de beurt was, lachte hij en zei: "Ik wou dat ze allemaal weer lelijk waren."
Een toerist reserveert een kamer in een hotel. Hij vraagt of er warm en koud water is. De hoteleigenaar knikt: 'In de zomer is er hier wam en in de winter is er hier koud water.'
Er is een man in het water gevallen en hij schreeuwt: HELP, HELP ik kan niet zwemmen.
Op zijn gemak komt een voorbijganger aanslenteren. Hij steekt geen hand uit maar hij antwoord:
Ik kan niet pianospelen, maar ik maak daar niet zo'n drukte over.
Jantje speelt een kaartspel met zijn vader. Opeens ziet vader dat Jantje spiekt.
"Hé, weet je wat er met valsspelers gebeurt?" zegt vader.
"Ja papa, die winnen," zegt Jantje.