Er is een man in het water gevallen en hij schreeuwt: HELP, HELP ik kan niet zwemmen.
Op zijn gemak komt een voorbijganger aanslenteren. Hij steekt geen hand uit maar hij antwoord:
Ik kan niet pianospelen, maar ik maak daar niet zo'n drukte over.
In een kamer ligt een dode man. De kamer heeft vier muren: een paarse muur, een rode muur, een gele muur en een blauwe muur. Het plafond is groen en de vloer is zwart. Wat klopt hier niet?
Twee spoken vliegen over straat.
Zegt hdet ene spook tegen het andere: ' Let wel op! Je verliest je zakdoek!'
Waarop het andere spook antwoordt: ' Nee hoor, dat is mijn zoontje!'
Twee zonnen staan aan de hemel. Zegt de ene zon tegen de andere: 'Volgens mij ben ik ziek, ik heb het zo warm!'
Er staan veertig vrouwen onder één paraplu, maar ze worden niet nat. Rara hoe kan dat?
