Wat staat er op het graf

Twee leugenaars komen elkaar tegen in het park.

'Gisteren kwam ik op het platteland en ik zag daar een reusachtige pompoen', vertelt de ene leugenaar tegen de andere. 'Hij was nog groter dan een vrachtwagen!'

'En ik heb een smid gezien die een ketel maakte die wel groter was dan de kerk!' vertelt de andere.

'O ja? En waarvoor moet zo'n grote ketel dan wel niet dienen?'

'Om jouw pompoen te koken, natuurlijk!'

Peter; 'Hoe gaat het met jou?'

Jan: 'Prima, ik verkoop tegenwoordig meubels.'

Peter: 'En verdien je daar genoeg mee?'

Jan: 'Dat wel. Alleen wordt mijn huis steeds leger!'

Piet wil eens op restaurant gaan en 's avonds stapt hij een restaurant binnen.
Dan ziet hij aan een tafeltje, iets verder dan het zijne, zijn beste vriend Jef zitten.
Hij gaat naar Jef toe en vraagt:
'Ah Jef, komt gij hier wel vaker?'
'Ja, zo af en toe', antwoordt Jef.
'Ah,' zegt Piet, 'en hoe zijn de slakken hier?'
'Ja,' zegt Jef, 'die zijn hier vermomd als ober!'

Een idioot gaat naar de kapper met een koptelefoon op. De kapper zegt: ‘Wilt u de koptelefoon afzetten?’ ‘Nee’, antwoordt de idioot. Even later rukt de kapper de koptelefoon van het hoofd van de idioot. Even later valt de idioot dood neer. De kapper zet de koptelefoon op en hoort: ‘Adem in, adem uit, adem in…’

Wanneer breek je sneller een been? Wanneer je van een trap valt of wanneer je van een toren valt?