Jantje loopt met zijn vader buiten en ziet op een gegeven moment twee koeien neuken. Hij vraagt dan aan zijn vader: "Papa wat doen die koeien?"
Waarop zijn vader antwoordt: "Die brengen elkaar naar de stal."
Even later lopen ze langs een weiland waar twee paarden in staan te neuken. En weer vraagt Jantje: "Papa, wat doen die paarden?"
Waarop zijn vader weer antwoordt: "Die brengen elkaar ook naar de stal."
Dan zegt Jantje: "Maar goed dat mama zich aan het aanrecht vasthield, want anders had de postbode haar vast naar het postkantoor geduwd."
Nog 5 willekeurige moppen
Vlooien
Wat zei de ene vlo tegen de andere vlo toen ze uit de bioscoop kwamen?
God zal me redden
Een prediker viel in de oceaan en hij kon niet zwemmen. Toen er een boot voorbij kwam, riep de kapitein: "Heeft u hulp nodig, meneer?" De predikant zei kalm: "Nee, God zal me redden."
Even later kwam er nog een boot voorbij en een visser vroeg: “Hé, heb je hulp nodig?” De prediker antwoordde opnieuw: "Nee, God zal mij redden."
Uiteindelijk verdronk de prediker en ging naar de hemel.
De prediker vroeg God: "Waarom heb je me niet gered?"
God antwoordde: "Dwaas, ik heb je twee boten gestuurd!"
Vissen
Een man komt bij een rivier aan. Er staat een groot bord met: Verboden te vissen. De man pakt zijn worm en zijn hengel en begint te vissen. Dan komt er een politie agent aan. De agent zegt boos:
"Meneer er staat toch duidelijk dat je niet mag vissen."
Zegt de man:
"Maar dat doe ik ook niet agent. Ik leer mijn worm zwemmen."
Katten te geef
Meester: 'Als ik je twee katten geef, en nog eens twee en nog eens twee, hoeveel heb je er dan?'
Jantje: 'Zeven meester.'
Meester: 'Nee, luister goed ... als ik je twee katten geef en nog eens twee katten en nog eens twee katten geef, hoeveel heb je er dan.'
Jantje: 'Zeven, meester.'
Meester: 'Wachte, ik neem een ander voorbeeld. Als ik je twee appels geef en nog eens twee en nog eens twee appels, hoeveel heb je er dan?'
Jantje: 'Zes.'
Meester: 'Goed, dus, als ik je twee katten geef, en nog eens twee katten en nog eens twee katten, hoeveel heb je er dan?'
Jantje: 'Zeven, meester.'
De meester, nu echt ongeduldig: 'Waar haal je verdorie die zeven dan vandaan?'
Jantje, nu ook ongeduldig: 'Omdat ik al een kat heb!!'