Twee spoken zweven door een huis als de ene zegt: 'Pas op, je verliest je zakdoek.'
Zegt de andere: 'Dat is geen zakdoek, dat is mijn zoontje!'
Twee spoken zweven door een huis als de ene zegt: 'Pas op, je verliest je zakdoek.'
Zegt de andere: 'Dat is geen zakdoek, dat is mijn zoontje!'
'Mama, mag ik naar het nieuwe zwembad?'
'Tuurlijk' zegt mama.
Jantje gaat zwemmen en komt thuis met een gebroken been. De volgende dag vraagt Jantje of hij weer naar het zwembad mag.
Hij komt thuis nu en nu is het andere been gebroken. De volgende dag vraagt Jantje weer of hij naar het zwembad mag.
'Toe, mama, mag ik alsjeblieft naar het zwembad?' zegt hij. 'Vandaag wordt het gevuld met het water!'
Twee oenen zitten in de trein. De ene oen pelt een banaan en doet er peper en zout op. Dan gooit hij de banaan uit het raam. Vraagt de andere oen: 'Waarom doe je dat?' Zegt de oen: 'Wie lust er nou banaan met peper en zout?'
Twee dommerikken spelen verstoppertje. Dan zegt de ene oen tegen de andere: 'Ik ga me in de kast verstoppen!' Na een uur zegt de andere oen: 'Kom maar uit de kast, ik kan je niet vinden!'