Geloof
'Onze buren zijn wegens hun geloof hun huis uitgezet.'
'Wegens hun geloof?'
'Ja, ze geloofden dat ze geen huur moesten betalen.'
Categorie
'Onze buren zijn wegens hun geloof hun huis uitgezet.'
'Wegens hun geloof?'
'Ja, ze geloofden dat ze geen huur moesten betalen.'