'Onze buren zijn wegens hun geloof hun huis uitgezet.'
'Wegens hun geloof?'
'Ja, ze geloofden dat ze geen huur moesten betalen.'
'Onze buren zijn wegens hun geloof hun huis uitgezet.'
'Wegens hun geloof?'
'Ja, ze geloofden dat ze geen huur moesten betalen.'
De meester van Simon is boos omdat Simon zijn huiswerk niet heeft gemaakt.
De meester vraagt: ' Simon, waarom heb jij je huiswerk niet gemaakt'
'Sorry meester, maar ik moest naar twee bruiloften', zegt Simon.
De meester vraagt; ' Dat is ook toevallig, zeg. Wie ging er dan allemaal trouwen?'
Waarop Simon antwoordt; ' Mijn tante en mijn oom, meester!'
Na een hevige storm raken twee boeren aan de praat.
'Is het dak van jouw boerderij ook zo beschadigd?' vraagt boer Jan.
'Ik weet het niet', antwoordt boer Piet. 'Ik heb het nog niet teruggevonden.'
Olivia zit in de les Nederlands.
De juf vraagt: ' Hoe zeg je zingen in de eerste persoon enkelvoud?'
Olivia: 'Ik zing.'
'Heel goed, Olivia', zegt de juf. En als papa zou zingen, wat zou je dan denken'
Olivia: ' Stooooooop'
'Is er volgens jullie leven op de maan?' vraagt de juf in de klas.
'Natuurlijk!'', zegt Jantje beslist.' 'Dat zie je toch want er brandt elke nacht licht!'