Suikeroom ligt ziek in het bed. Zijn familie komt op bezoek en schaart zich rond het bed.
'Kinderen, ik voel dat het spoedig afgelopen zal zijn. Ik voel mijn einde naderen', zegt suikeroom.
'Maar nee, beste oom', protesteert iedereen. 'Dat zeg je maar om ons een plezier te doen.'
Maarten van zes staat met een treurig gezicht bij zijn fietsje. De ketting is eraf gelopen. Een voorbijganger ziet het en snelt hem te hulp.
Terwijl hij bezig is de ketting er weer om te leggen, zegt hij: 'Eigenlijk moest zo'n grote jongen als jij dat zelf al kunnen.'
Waarop Maarten antwoordt: 'Dat kan ik ook wel, maar je krijgt er altijd van die smerige handen van.'
Lopen er twee muizen over de dam, vliegt er ineens een vleermuis voorbij. De ene muis begint te zwaaien, waarop die andere zegt:
"Hee mafkees, wat loop je nou te zwaaien?"
Zegt die andere muis:
"Da's m'n neef, die zit bij de luchtmacht!"
De buurvrouw belt aan en als de moeder van Kareltje opendoet zegt ze woedend; 'Die zoon van jou heeft een steen naar me gegooid!'
Kareltjes moeder kijkt de vrouw geschtrokken aan en vraagt: 'Deed het pijn?'
'De steen raakte moij gelukkig niet.'
'Dan was het Kareltje niet, want die gooit nooit mis!'
