Jantje komt thuis en begint te lachen.
Vraagt zijn vader: "Waarom lach je?"
Waarop Jantje zegt: "Ik moet 500 keer schrijven 'Ik ben een ezel'."
Vader: "Wat is daar zo grappig aan?"
Jantje: "Jij moet het blad ondertekenen!"
Jantje komt thuis en begint te lachen.
Vraagt zijn vader: "Waarom lach je?"
Waarop Jantje zegt: "Ik moet 500 keer schrijven 'Ik ben een ezel'."
Vader: "Wat is daar zo grappig aan?"
Jantje: "Jij moet het blad ondertekenen!"
Koos en Nele zitten in een restaurant. Dolverliefd kijken ze elkaar aan en fluisteren ze lieve woordjes. De ober staat al zeker tien minuten te wachten naast hun tafel om de bestelling op te nemen.
Dan zegt Koos: "Nele liefje, ik zou je wel kunnen opeten!"
"Goed," zegt de ober snel, "en wat zou u daarbij willen drinken?"
Een vader loopt met zijn zoontje over het strand. Het jongetje loopt steeds maar te zeuren: "Ik wil patat! Ik wil ijs! Ik wil limonade!"
Op een gegeven moment is de vader het zat. Hij geeft het jongetje een flinke pets voor zijn kop en zegt: "Hier heb je je limonade!"
Even verderop schopt het jongetje keihard tegen de scheen van zijn vader en zegt: "Hier heb je het lege flesje terug!"