Wouter krijgt een koekje van opa. Hij gaat er mee voor de spiegel staan.
Opa:' Waarom ga je met je koekje voor de spiegel staan?'
Wouter: ' Omdat het dan lijkt of ik twee koekjes heb!'
Wouter krijgt een koekje van opa. Hij gaat er mee voor de spiegel staan.
Opa:' Waarom ga je met je koekje voor de spiegel staan?'
Wouter: ' Omdat het dan lijkt of ik twee koekjes heb!'
Komt een voorbijganger bij de boer staan en vraagt: 'Boer, roken jouw koeien?' 'Nee,natuurlijk niet' zegt de boer. 'Oh, zegt de voorbijganger, dan staat jouw schuur in brand.'
Tijdens de taalleszegt de meester tegen Ludo: 'Maak eens een zinnetje waarin twee soorten boopvruchten voorkomen.'
Ludo denkt even na, en komt dan met het volgende voorbeeld: 'Gisteren kreeg mijn vader bijna een peer tegen zijn appel!'