Op de bus

In het zottekot te Geel werd op een dag een nieuwe zot binnen gebracht.
's Avonds komt de verpleegster binnen en ziet al de zotten daar met een gebroken been, neus en arm liggen. De verpleegster vraagt: "Wat is hier gebeurd?"
En een van de zotten antwoord: "Die nieuwe zot tekende een lijn op de muur en wij moesten daarover springen."

Een goochelaar werkt op een cruiseschip. Hij heeft een papegaai die altijd zijn trucs verraadt. Na zijn kaarttruc roept de papegaai bijvoorbeeld altijd: ‘De kaart zit in zijn mouw, de kaart zit in zijn mouw!’ Op een dag heeft de goochelaar weer een optreden. Plotseling knalt het schip op een ijsberg. Het schip zinkt en de goochelaar spoelt samen met de papegaai aan op een onbewoond eiland. Na drie dagen op het eiland, zegt de papegaai ineens: ‘Ok, ik geef het op. Waar heb je het schip gelaten?’ 

Een kleine jongen, die vreselijk verkouden is, zit in de trein naast een nette dame, die er niet van gediend is dat het jongentje voordurend zijn neus ophaalt.
'heb jij geen zakdoek?' vraagt ze uiteidelijk.
'Jawel mevrouw ,'zegt het jongetje . 'Maar die mag ik niet uitlenen van mijn moeder.'

Een man raast met zijn Porsche over de snelweg. Plotseling wordt hij aangehouden door de politie. De man vraagt spottend: 'Wat is er aan de hand? Reed ik te snel? De agent schud zijn hoofd: 'Nee, u vloog te laag!'