Timo staat in de schoenenwinkel en vraagt aan de verkoper: 'Mevrouw, heeft u schoenen van het merk Reemok?' De verkoper zegt: ‘Nee, sorry, die hebben we niet.' De volgende dag komt Timo terug en vraagt weer: 'Heeft u nu Reemok?' Zegt de verkoper: 'Nee, sorry.' De dag daarna vraagt Timo weer: 'Heeft u nu misschien Reemok?' De verkoper zegt weer: ‘Nee, helaas.’ Zo gaat het een paar weken door, totdat de verkoper besluit om maar Reemok-schoenen te bestellen. De volgende dag komt Timo weer langs. Als hij aan de verkoper vraagt of ze ook Reemok heeft, zegt ze blij: ‘Ja, die heb ik!’ Waarop Timo zegt: ‘Lelijk, hè?’
Nog 5 willekeurige moppen
Vier woorden
'Welke vier woorden gebruiken leerlingen het meest?' vraagt de juf tijdens de taalles.
'Ik weet het niet', antwoorden een paar kinderen tegelijk.
'Inderdaad, goed geantwoord', zegt de juf.
Stoere leeuw
Een leeuw werd wakker op een morgen voelde zich heel gemeen en stoer.
Hij begon een wandeling door de jungle, en dreef een klein aapje in het nauw en brulde: "Wie is de machtigste van alle dieren in de jungle?"
Het bevende aapje zei: "Dat ben jij, machtige leeuw."
Iets later confronteerde hij een buffel, en gromde gemeen: "Wie is de machtigste van alle dieren in de jungle?"
De bibberende buffel stamelde: "Oh, grote leeuw, jij bent de machtigste van alle dieren."
De leeuw loopt nu over van zelfvertrouwen, stapt op een olifant af, en brult: "Wie is de machtigste van alle dieren in de jungle?"
Nog voor de leeuw het goed en wel beseft, neemt de olifant hem vast met zijn slurf, slaat hem een tiental keer keihard tegen een boom, gooit hem op de grond, stampt nog een paar keer op de leeuw en loopt rustig verder.
De leeuw kermt van de pijn, tilt zachtjes zijn kop op, en zegt tegen de olifant: "Je hoeft je niet zo kwaad te maken, gewoon omdat je het antwoord niet weet!"
Prachtige papegaai
'Prachtige papegaai, maar waarom heeft hij aan iedere poot een kettinkje hangen?' 'Als ik aan het linker kettinkje trek, zegt hij 'goedemorgen'. Als ik aan het rechter kettinkje trek, zegt hij 'goedenacht'.' 'En als je aan beide trekt?' 'Dan valt-ie op zijn bek!'