Een man vraag bij de viskraam: "Wat kosten die haringen van jou?"
De visboer antwoordt: "Drie euro per stuk."
"Is dat met uien?", vraagt de man.
"Ja", zegt de visboer, "de uien krijg je er gratis bij.
Waarop de man zegt: "Doe mij dan maar twee kilo uien."
De onderwijzer zegt: ' Er bestaan woorden die een samenstelling zijn van twee andere woorden zoals bloempot, bloem en pot.
Wie kan er nog een voorbeeld geven van een samenstelling?'
Maxim is er als de kippen bij en antwoordt: 'Ik meester. Kostuum!'
'Uit welke twee woorden bestaat dat dant? wil de onderwijzer weten.
'Uit een broek en een vest, meneer', antwoordt Maxim.
Jantje gaat naar oma.
Oma zegt: 'Zo Jantje, wat ben jij gegroeid!'
'Nee oma, jij bent gewoon gekrompen!'
Pieter gaat voor het eerst naar zwemles, maar hij wil niet in het water. Als hij eindelijk in het water ligt, brult hij: 'Mijn zwembroek is niet waterdicht!'
Daan gaat bij Jantje logeren en kan niet slapen omdat het licht brandt.
'Waarom laten jullie de hele nacht de lichten in huis branden?' vraagt Daan.
'Dat is voor de inbrekers', legt Daantje uit.
'Dat snap ik niet, die hebben toch al een zaklantaarn?'
