God sprak tot Adam en zei:
"Adam, ik heb goed nieuws voor je en slecht nieuws."
"Eerst het goede nieuws: ik heb je hersenen en een penis gegeven.
Het slechte nieuws is...
...je hebt niet genoeg bloed om ze allebei tegelijk te gebruiken."
God sprak tot Adam en zei:
"Adam, ik heb goed nieuws voor je en slecht nieuws."
"Eerst het goede nieuws: ik heb je hersenen en een penis gegeven.
Het slechte nieuws is...
...je hebt niet genoeg bloed om ze allebei tegelijk te gebruiken."
Jantje komt thuis en laat aan zijn moeder zijn (schitterend) rapport zien.
"Zo slecht", zegt zijn moeder, "Slechts een 1 voor gedrag."
Jante doodserieus: "Maar ma, vake zal daar blij mee zijn als hij straks uit de gevangenis komt.
Twee leugenaars komen elkaar tegen in het park.
'Gisteren kwam ik op het platteland en ik zag daar een reusachtige pompoen', vertelt de ene leugenaar tegen de andere. 'Hij was nog groter dan een vrachtwagen!'
'En ik heb een smid gezien die een ketel maakte die wel groter was dan de kerk!' vertelt de andere.
'O ja? En waarvoor moet zo'n grote ketel dan wel niet dienen?'
'Om jouw pompoen te koken, natuurlijk!'
Een verzekeringsagent bezocht zijn plaatselijke museum en stootte per ongeluk een standbeeld omver.
De museumconservator zei tegen hem: "Dat is een zeshonderd jaar oud beeld dat je hebt gebroken!"
De verzekeringsagent antwoordde: “Godzijdank daarvoor! Ik dacht dat het een nieuw beeld was.”
Maarten van zes staat met een treurig gezicht bij zijn fietsje. De ketting is eraf gelopen. Een voorbijganger ziet het en snelt hem te hulp.
Terwijl hij bezig is de ketting er weer om te leggen, zegt hij: 'Eigenlijk moest zo'n grote jongen als jij dat zelf al kunnen.'
Waarop Maarten antwoordt: 'Dat kan ik ook wel, maar je krijgt er altijd van die smerige handen van.'