Jules, Franske, en Louis, die altijd samen op dezelfde school hebben gezeten, komen elkaar na lange tijd weer tegen. Vraagt Louis aan Jules:
"En hoe is het met je zoon met z'n manke been?"
Zegt Jules:
"Goed, goed, hij werkt in een garage van Porsche met veel werk."
"En met jouw zoon, die zo goed kon leren?"
Zegt Louis:
"Goed, goed, hij is notaris geworden en hij heeft een eigen kantoor."
Franske staat stil te luisteren naar de verhalen van zijn maten. Vraagt Louis aan Franske:
"En Franske, hoe is het met je dochter, die zo goed kon dansen?"
"Die maakt het heel goed", zegt Franske, "ze is prostitué, maar je moet me niet vragen wat ze precies doet, met die moeilijke woorden van tegenwoordig weet ik geen raad, maar ze moet wel heel veel werk hebben."
"Ah ja", zegt Louis, "hoezo?"
"Wel", zegt Franske, "mijn vrouw gaat haar 3 dagen in de week helpen."