Toen god de mensheid maakte zei hij drie dingen.
Toen god de man maakte “Goed”
Toen god de jongen maakte “Nog veel beter”
Toen god de vrouw maakte “Twee op drie is toch niet slecht?”
Toen god de mensheid maakte zei hij drie dingen.
Toen god de man maakte “Goed”
Toen god de jongen maakte “Nog veel beter”
Toen god de vrouw maakte “Twee op drie is toch niet slecht?”
Simon en Thomas maken een wandeling in het bos.
Na een poos vraagt Simon aan Thomas: 'Mag ik ook eens in het midden lopen?'
Mama is in de keuken en roept: 'Tim wat ben je aan het doen?'
Tim antwoordt: 'Oh niks, mama.'
'En wat doet je zusje?' vraagt mama.
Tim; ' Die helpt me!'
Een man zit in de bus. Tegenover hem zit een eekhoorn. De eekhoorn zegt: ‘Waarom staar je zo naar me?’ ‘Nou,’ zegt de man, ‘dat zie je niet zo vaak, een eekhoorn in de bus.’ Waarop de eekhoorn zegt: ‘Dat zul je ook nooit meer zien, want mijn scooter is bijna gerepareerd!
een slang zegt tegen een andere slang: 'Zijn wij eigenlijk giftig?'
'Waarom vraag je dat?' vraagt de andere slang.
'Omdat ik op mijn tong heb gebeten!;