Een gek mag een tijdje uit het gekkenhuis omdat hij niet meer denkt dat hij een graskorrel is. Na vijf minuten komt hij gillend terug rennen. 'Help, help!' roept hij. 'Wat is er?' vraagt de directeur. 'Een kip!' gilt de gek. 'Maar je denkt nu toch niet meer dat je een graskorrel bent?' vraagt de directeur. 'Ja, maar hoe kan die kip dat dan weten?' zegt de gek!
Een oudere, moe lijkende hond liep mijn tuin in. Aan hoe hij eruit zag, kon ik zien dat hij goed verzorgd was en waarschijnlijk dus een liefhebbend thuis had. Hij kwam op z'n gemakje naar me toe en ik gaf hem een paar klopjes op zijn kop; daarna volgende hij me mijn huis in, liep langzaam naar de hal, krulde zich op in de hoek en viel in slaap. Een uur later liep hij naar de deur en ik liet hem eruit.
De volgende dag was hij er weer, groette me in de tuin, liep naar binnen, zocht zijn plekje in de hal en sliep er weer een uurtje.
Op deze manier verliep het een paar weken. Nieuwsgierig geworden klemde ik een briefje aan zijn halsband:
"Ik wil graag weten wie de eigenaar is van deze mooie, lieve hond en of u zich ervan bewust bent dat uw hond haast elke middag naar mijn huis komt om te slapen."
De volgende dag arriveerde de hond voor zijn dutje, met een ander briefje aan zijn halsband:
"Hij woont in een huis met 6 kinderen, waarvan 2 jonger zijn dan 3 jaar. Hij probeert zijn slaap in te halen. Mag ik morgen met hem meekomen?"
Meester: "Wat is er dichterbij, de maan of China?"
Jantje: "De maan, meester!"
Meester: "De maan? Hoe kom je daar nu bij?"
Jantje: "Wel, de maan kun je vanaf hier zien, en China niet!"
Die jongetjes komen elkaar tegen en beginnen over hun moeder te praten.
Het eerste jongetje zegt: "Mijn moeder is net een sportwagen. Ze is mooi en elegant."
Het tweede jongetje zegt: "Mijn moeder is net een jeep. Ze is sterk, stoer en snel."
Het derde jongetje zegt: "Mijn moeder is net een ziekenwagen. Ze zegt altijd: 'dooee-diiit dooee daaat'."