Jantje heeft op een dag een zwaar ongeluk en hij gaat dood. Bij de hemelpoort aangekomen staat hij achteraan in een enorm lange rij. En het duurt en het duurt maar. "Ja," denkt Jantje: "ik heb wel wat beters te doen, het duurt me veel te lang!" Jantje stapt uit de rij en gaat samen met Petrus het café in. Jantje en Petrus beginnen elkaar verhalen te vertellen en het wordt later en later. Het ene biertje na het andere gieten ze naar binnen. Opeens moet Jantje toch wel heel nodig naar de w.c. Op de w.c aangekomen ziet hij een hele grote witte mooie ruimte met allemaal klokken aan de wand hangen, die verschillende tijden aangeven. Bij ieder van die klokken staat een naam. Dus Jantje lezen: "Pietertje, Keesje, Klaasje, Hendrik, Henk..." Al zijn vrienden staan erbij. "Maar ik mis Karel," denkt Jantje. Eenmaal weer aangekomen in het café bij Petrus, vraagt Jantje het toch maar eens na: "Wat zijn al die klokken op de w.c. Petrus?"
"Op die klokken staat hoeveel je nog te leven hebt en als je masturbeert gaat de klok een uur achteruit."
"Maar waar is de klok van Karel dan?" vraagt Jantje.
"Oh, " zegt Petrus, "die hebben we maar als ventilator in het café gehangen."
Een wand vol klokken
Nog 5 willekeurige moppen
Twee apen
Twee apen zitten in een kooi in de dierentuin. Zegt de ene aap tegen de andere: 'Zielig hè, al die mensen achter de tralies!'
Veulentjes
Een bruin en een wit veulentje lopen in de wei samen met hun moeders. Het bruine veulentje heeft een bruine moeder en het witte veulentje een witte. Het witte veulentje vraagt aan de bruine: 'Mag ik eens een slokje van de melk van jouw moeder?' Het bruine veulentje vraagt: 'Waarom wil je dat?' Het witte veulentje antwoordt: 'Ik wil ook weleens chocolademelk drinken!'
Goochelen
Op een groot cruiseschip werkt een goochelaar samen met zijn papegaai Waldo. Ze zijn erg goed in verdwijntrucs. Op een dag zinkt het schip. De goochelaar en Waldo springen nog op tijd van boord en drijven op een stuk hout in de oceaan. Na uren stilte zegt de papegaai tegen de goochelaar: ' Oké, ik geef het op. Waar heb je het schip gelaten?'
Drie mieren
Drie mieren die willen een hardloop wedstrijd houden. Ze starten tegenlijk en rennen,rennen. Opeens stopt er een en zegt:
"Wacht effe jongens."
Ze stoppen en vragen wat er is, waarop de mier antwoordt:
"Er zit een vlieg in me oog."