Een stotteraar wordt gepest om zijn gestotter.
'' M-m-maar iedereen h-h-h-heeft w-wel eens een afwijking'', zegt hij.'' M-m-met welke hand v-v-veeg jij de b-b-billen af?'', vraagt hij aan de man die hem pest.
'' Met m'n rechterhand'', zegt de pester.
'' D-d-dat is dan jouw af-afwijking, dat d-doen de m-m-meeste met pap-papier''.
Een dikke dame wil graag afslanken. De huisarts geeft haar de goede raad om meer te bewegen en de dame besluit te gaan paardrijden. Na twee weken komt ze weer op het spreekuur van de huisarts. Dokter: 'En? Bent u al afgevallen?' De dikke dame zucht en zegt: 'Ik niet, dokter. Maar het paard is wel tien kilo lichter geworden!'
Een Rotterdamse moeder vertelt haar dochtertje dat ze volgende week op een veeboerderij gaat logeren en daar zeer waarschijnlijk de geboorte van een kalf zal meemaken. 'Eerst komen de voorpoten, dan de kop, dan de schouders, vervolgens het lijf en tenslotte de achterpoten.', legt moeder alvast uit. Vraagt Sjoukje :'En wie zet hem dan in elkaar!'
Jantje vraagt voor zijn verjaardag een papegaai en komt met zijn vader in de dierenwinkel.
Jantje vraagt aan de verkoper 'Kan deze papegaai praten?'
De verkoper antwoordt; 'Inderdaad jongen Als je aan zijn kinkerpootje trekt zegt hij "goedemorgen". En als je aan zijn rechterpootje trekt dan zegt hij "goedenavnd"!'
Jantje vraagt aan de verkoper wat de papegaai zegt als je tegelijkertijd aan zijn linker- en rechterpootje trekt.
Waarop de verkoper zegt: 'Dan zegt de papegaai; 'Dan va ik om domkop'!'
Een prediker viel in de oceaan en hij kon niet zwemmen. Toen er een boot voorbij kwam, riep de kapitein: "Heeft u hulp nodig, meneer?" De predikant zei kalm: "Nee, God zal me redden."
Even later kwam er nog een boot voorbij en een visser vroeg: “Hé, heb je hulp nodig?” De prediker antwoordde opnieuw: "Nee, God zal mij redden."
Uiteindelijk verdronk de prediker en ging naar de hemel.
De prediker vroeg God: "Waarom heb je me niet gered?"
God antwoordde: "Dwaas, ik heb je twee boten gestuurd!"
"U zit verkeerd om in het zadel", zegt de eigenaar van de manege tegen een van zijn beginnende leerlingen.
"Hoezo?" zegt deze, "u weet toch helemaal niet welke kant ik op wil!"