een Belgische Kerstman

Jantje speelt met zijn moeder ganzenbord. Jantje pakt de dobbelsteen en gooit hem keihard tegen het plafond.

Moeder zegt: "Maar waarom doe je dat?"

Zegt Jantje: "Wie het hoogst gooit mag beginnen!"

Jantje: 'Papa, klopt het dat jouw leesbril alles groter maakt?'

Vader: 'Ja, dat klopt.'

Jantje: 'Zet hem dan maar op als je mijn rapportcijfers leest!'

De vakantie is begonnen en de kinderen hebben allemaal hun rapport mee naar huis genomen. 'Waar is jouw rapport? vraagt Simons moeder. 'Ik heb het aan Arthur gegeven. Hij vroeg of hij het eens mee naar huis mocht nemen, zodat hij zijn ouders eens flink kan laten schrikken!'

Een bus vol lelijke mensen kwam frontaal in aanrijding met een vrachtwagen. Toen ze stierven, vervulde God ze allemaal één wens. De eerste persoon zei: "Ik wil mooi zijn." God knipte met zijn vingers en het gebeurde. 

De tweede persoon zei hetzelfde en God deed hetzelfde. Dit wil maar door in de hele groep. 

God merkte dat de laatste man in de rij hysterisch lachte. Tegen de tijd dat God bij de laatste tien mensen was, lag de laatste man te lachen en rolde hij over de grond. 

Toen de man aan de beurt was, lachte hij en zei: "Ik wou dat ze allemaal weer lelijk waren."

Twee vissers zitten naast elkaar te vissen. Plotseling zegt één van hen: 'Mag ik uw dobber even leen? Die van mij gaat altijd onder!'