Een man komt in de bar.
Hijn doet een flik-flak.
Hij maakt eéen salto.
En komt neer op een kruk.
Zegt de barman: ' Dat is knap!'
Zegt de man: 'Ik doe aan turnen.'
Na een uur komt er weer een man binnen.
Hij doet de koprol.
Hij maakt een salto.
Hij komt neer op een kruk.
Zegt de barman: ' Jij doet zeker ook aan turnen?'
Zegt de man: ' Nee, ik viel over de deurmat.'
Zegt een man bij de slager:
'Slager, heeft u varkenspootjes?'
Waarop de slager antwoordt:
'Nee, zo loop ik altijd.'
Roosje, een zeer knap meisje, gaat voor het eerst naar haar nieuwe school en wordt door de juffrouw aan de klas voorgesteld. 'Kinderen, dit is Roosje en ze komt bij ons in de klas'. Na haar korte betoog vraagt juffrouw: 'Waar mag Roosje naast zitten?' Waarop een zeer lelijk jongetje zegt: 'Naast mij'. De juffrouw vind het goed en Roosje gaat naast de jongen zitten. De jongen vraagt aan Roosje: 'Waarom hebben jouw ouders jouw roosje genoemd?', waarop Roosje antwoord: 'Toen ik geboren werd viel er een rozenblaadje op mijn hoofdje.' Roosje aan de jongen: 'Hoe heet jij dan?' Waarop de jongen antwoord: 'Dan heet ik koelkast.'
Er zijn twee Belgen op jacht. Ze zien een konijntje zitten, de ene Belg pakt zijn geweer en schiet. Het konijntje blijft gewoon zitten en de andere Belg zegt: "Schiet nog maar een keer, misschien heeft hij het niet gehoord."
Twee oenen liggen op het strand. De ene oen zegt: 'Lekker windje, hè.' Dan zegt de andere oen: 'Zal ik er nog een laten?'