Drie boogschutters

De meester vraagt alle kinderen in de klas om een opstel te schrijven met als titel: Als ik een miljonair was.

Jantje zit met gekruiste armen voor zijn schrift te staren.

'Waarom schrijf je niet?' vraagt de meester.

Waarop Jantje zegt: 'Ik wacht op mijn secretaresse!'

Een dokter vraagt aan zijn patiënt: "Slaapt u wel eens met uw mond open?"

Waarop de patiënt antwoordt: "Ik zou het niet weten dokter, maar ik beloof dat ik er vannacht eens zal op letten."

Jqantje en Daantje zitten op een bank. Tegenover hen staat een grote spiegel. Zegt Jantje tegen Daantje: 'Zullen we gezellig bij die andere tweejongens gaan zitten?'
'Ja, dat is goed', zegt Daantje en ze staan allebei op.
Dan zegt Jantje: 'Laat maar ze komen al naar ons!'

Jantje wil een nestkastje timmeren en vraagt om spijkers in de doe-het-zelzaak. De verkoper vraagt: 'Hoe lang moet je ze hebben?' Waarop Jantje zegt: 'Hoelang kun je ze missen?'

Jantje zit in de les rekenen. De meester zegt: 'Jantje, als ik vier eieren legt en jij legt er drie eieren bij, hoeveel eieren liggen er dan?'

Jantje denkt diep na en zegt: 'Nog steeds vier eieren, want ik kan geen eieren leggen.'