Jos staat in de supermarkt aan te schuiven met achter hem een knappe blondine. Wanneer hij zich omdraait, glimlacht deze naar hem en steekt haar hand als begroeting op. Hij is verbaasd en vraagt aan haar of zij hem misschien ergens van kent. Zij zegt hierop stilletjes tegen hem: ”Jij bent waarschijnlijk de vader van een van mijn kinderen.” Jos schrikt hiervan en begint diep na te denken… Plots denkt hij terug aan lang geleden, aan de eerste en enige keer dat hij vreemd gegaan is. Hij vraagt aan de blondine: ”Ben jij die blondine die ik op mijn vrijgezellenavond gepakt heb op de biljarttafel, terwijl al mijn maten ons stonden aan te moedigen terwijl jouw vriendin mij geselde met een natte seldery en een komkommer in mijn achterwerk duwde?” Waarop de vrouw verschrikt antwoordt: ”Jos, ik ben gewoon de lerares Nederlands van jouw dochter.”
De vader van mijn kind
Nog 5 willekeurige moppen
Kan ik een paard lenen?
Gaat een zwarte piet naar een de stallen van sinterklaas en vraagt aan de paardenpiet: "Kan ik een paard een tijdje lenen?"
Zegt de paardenpiet: "Hoe lang wil je hem hebben?"
Zegt de zwarte piet: "De langste die je hebt want we zijn met vijf zwarte pieten."
Jantje zit op school.
Jantje zit op school. De meester zegt: ‘Morgen moet je de eerste drie letters van het alfabet kennen.’ De schoolbel luidt en Jantje gaat naar huis. Hij vraagt aan zijn vader die voetbal aan het kijken is: ‘Wat is de eerste letter van het alfabet?’ Zegt zijn vader: ‘Shit’, want de tegenpartij scoort net. Dan gaat hij naar zijn zus en vraagt: ‘Wat is de tweede letter van het alfabet?’ Zijn zus zegt: ’Barbieclub’, want ze is net met de Barbies aan het spelen. Dan gaat hij naar zijn broer en vraagt: ‘Wat is de derde letter van het alfabet?’ Zegt hij: ‘Olé olé olé olé’, want hij wint net met een computerspelletje. Jantje komt de volgende dag op school. De meester vraagt: ‘Wat is de eerste letter van het alfabet?’ Zegt Jantje: ‘Shit.’ Dan zegt de meester: ‘Van wie heb je die taal?’ Zegt Jantje: ‘Van de Barbieclub.’ De meester zegt: ‘En nu naar de gang.’ Antwoordt Jantje: ‘Olé, olé, olé, olé!’
Frans praten
Leraar aan leerling :'Ken jij Frans?' 'Ja, meneer, Frans is mijn oom.' 'Nee, dat bedoel ik niet, spreek jij Frans?' 'Ja, meneer, elke zondag wanneer hij bij ons op bezoek komt.''Nee, dat bedoel ik ook niet, versta jij Frans?' 'Ja, meneer, maar dan moet hij wel Nederlands praten.'