Een leuke verzameling van de grappigste en beste moppen over dieren.
Dood vogeltje
Jantje en Daantje wandelen door het bos. Plotseling roept Daantje: ' Kijk Jantje, een dood vogeltje.'
Jantje kijkt omhoog en zegt: 'Waar dan?'
Onder kamelen
Een kameel vraagt aan zijn mama: 'Zeg mama, waarom hebben wij zulke platte voeten?'
'Dat is om niet te vallen als je door het mulle zand loopt, liefje.'
'En waarom hebben we zulke lange wimpers?'
'Dat dient om het zand uit je ogen te houden.'
'En waarom hebben we zulke grote bulten?'
'In die bulten zit eten en drinken, zodat je geen honger en dorst hoeft te lijden in de woestijn.'
'Zeg mama, als dat hier allemaal perfect is voor de woestijn, wat staan wij hier dan te doen in de dierentuin?'
Oe oe a oe oe a a a oe oe
Twee apen zitten in bad en zegt de ene tegen de andere:"Oe oe a oe oe a a a oe oe."
Zegt de andere: "Doe er dan koud water bij !"
Wat krijg je als een olifant en een mol een kindje krijgen?
Wat krijg je als een olifant en een mol een kindje krijgen?
Heel grote gaten in je tuin!
Er komt een muis bij de benzinepomp
Er komt een muis bij de benzinepomp. De muis zegt tegen de pomp: ‘Ben jij een robot?’ De pomp zegt niks terug. De muis zegt nog een keer: ‘Ben jij een robot?’ De pomp zegt weer niks terug. Dan zegt de muis boos: ‘Haal die vinger eens uit je oor, dan hoor je tenminste wat ik zeg!’
Een man gaat naar de dierenarts met zijn goudvis
Een man gaat naar de dierenarts met zijn goudvis. “Volgens mij heeft hij epilepsie”, zegt hij tegen de arts. De man onderzoekt de vis en zegt: “Hij ziet er toch redelijk kalm uit meneer…”
“Ja, wacht maar tot ik hem uit de kom haal!”
De pratende papegaai
Een man gaat naar een dierenwinkel en koopt een pratende papegaai. Hij neemt de papegaai mee naar huis en probeert de papegaai een paar dingen te leren zeggen, maar in plaats daarvan vloekt de papegaai alleen maar tegen hem.
Na een paar uur wordt de man het eindelijk beu en gooit hij de papegaai in de diepvriezer om hem een lesje te leren. Hij hoort de papegaai een paar minuten krijsen en schoppen, maar dan wordt alles stil. De man opent de vriezer, de papegaai stapt rustig op de uitgestrekte arm van de man en zegt: “Ik geloof dat ik je misschien heb beledigd met mijn grof taalgebruik en mijn daden. Ik zal proberen mijn gedrag te corrigeren.”
De man is verbaasd. Terwijl hij op het punt staat de papegaai te vragen wat de oorzaak is van deze plotselinge verandering in houding, vervolgt de papegaai: “Mag ik vragen wat de kalkoen heeft misdaan?”
Geen krokodillen
Een man is op reis door de jungle als hij bij een rivier komt. Hij vraagt aan een inboorling:
"Ik wil graag wat zwemmen, maar er zitten hier toch geen krokodillen?"
De inboorling stelt hem gerust:
"Nee, er zwemmen echt geen krokodillen."
De man duikt in het water, komt boven, en vraagt toch nog:
"Waarom zijn hier eigenlijk geen krokodillen?"
"Die waren er wel," zegt de inboorling, "maar ze zijn laatst allemaal opgegeten door de piranha's."
Een koe is tochtig
Een koe is tochtig en de boer besluit de koe te laten dekken door de stier. De stier wordt de stal ingeleid en bij de koe gebracht. Na een hoop gedraai en gekeer, staat de stier eindelijk in de positie om op de koe te klimmen. Maar meteen gaat de koe op haar achterwerk zitten. Dit is geen werken zo, denkt de boer. Het is hier ook allemaal veel te nauw in de stal. Ik neem de twee mee naar buiten, de wei in. Daar zal het wel lukken.
Zo gezegd, zo gedaan. Maar ook in de wei moet er veel gemanoeuvreerd worden voordat de stier weer achter de koe komt te staan. Zodra de stier de koe wil bespringen, gaat de koe weer op haar achterwerk zitten. Dan komt er een man voorbijfietsen, en die ziet dat tafereel zo eens aan. Op een gegeven moment zegt de man tegen de boer: "Die koe komt zeker uit Nijmegen?"
"Inderdaad," zegt de boer, "maar hoe weet u dat?"
"O gewoon," zegt de man, "mijn vrouw komt ook uit Nijmegen."Een koe is tochtig en de boer besluit de koe te laten dekken door de stier. De stier wordt de stal ingeleid en bij de koe gebracht. Na een hoop gedraai en gekeer, staat de stier eindelijk in de positie om op de koe te klimmen. Maar meteen gaat de koe op haar achterwerk zitten. Dit is geen werken zo, denkt de boer. Het is hier ook allemaal veel te nauw in de stal. Ik neem de twee mee naar buiten, de wei in. Daar zal het wel lukken.
Zo gezegd, zo gedaan. Maar ook in de wei moet er veel gemanoeuvreerd worden voordat de stier weer achter de koe komt te staan. Zodra de stier de koe wil bespringen, gaat de koe weer op haar achterwerk zitten. Dan komt er een man voorbijfietsen, en die ziet dat tafereel zo eens aan. Op een gegeven moment zegt de man tegen de boer: "Die koe komt zeker uit Nijmegen?"
"Inderdaad," zegt de boer, "maar hoe weet u dat?"
"O gewoon," zegt de man, "mijn vrouw komt ook uit Nijmegen."