'Hoeveel dagen zijn er in een maand?' vraagt de juf.
'Veel zondagen en verlofdagen.' zegt een leerling.
'Hoeveel dagen zijn er in een maand?' vraagt de juf.
'Veel zondagen en verlofdagen.' zegt een leerling.
Meester: 'Waarom heb je in het woord 'vogel-kooi' een streepje gezet, Jantje?
Jantje: 'Dan hebben de vogels iets om op te zitten, meester.'
Keesje zit binnen. Dan gaat de bel. Keesje doet open en voor de deur staat een man. Man: ‘Is je vader thuis?’ Keesje: ‘Nee, die is overreden door een tractor.’ Man: ‘Is je moeder thuis?’ Keesje: ‘Nee, die is ook overreden door een tractor.’ Man: ‘Is je zus dan thuis?’ Keesje: ‘Nee, die is ook overreden door een tractor.’ Man: ‘Maar wat doe jij dan de hele dag alleen?’ Keesje: ‘Oh, een beetje op de tractor rijden!’