Een oude dame wordt door een brandweerman uit haar brandende huis gehaald.
Boven op de ladder zegt de brandweerman. ''Zo oma,nu even op de tanden bijten!''
''Shit!" zegt de oude dame,''Dan moeten we weer terug, want die liggen nog op mijn nachtkastje.''
Er was eens een vliegtuig waar, op ene belg na, alleen maar nederlanders in zaten.
plots klinkt het vanuit den intecom: "hier de gezagsvoerder, de linkervleugel gaat eraf vallen, maar geen paniek, we blijve verder vliegen."
na een kwartier klinkt het weer: "hier de gezagsvoerder, de rechtervleugel gaat eraf vallen, maar geen paniek we blijven verder vliegen."
weer efkes later hetzelfde, maar nu valt de staart eraf.
nog een uurtje later klinkt het zo: "hier de gezagsvoerder, de bodem gaat eraf vallen, gelieve de buizen boven uw hoofd vast te nemen, dan vliegen we verder" en zo gebeurde het.
plots klinkt het: "er is teveel balast, één persoon zal zich moeten opofferen en laten vallen."
zegt die belg: "awel ik zal mij laten valle, dan is de rest gered."
beginnen al die nederlanders toch wel in hun handen te klappen zeker.
Jantje komt thuis en laat aan zijn moeder zijn (schitterend) rapport zien.
"Zo slecht", zegt zijn moeder, "Slechts een 1 voor gedrag."
Jante doodserieus: "Maar ma, vake zal daar blij mee zijn als hij straks uit de gevangenis komt.
Een automobilist komt aan bij een tankstation met twee pinguïns op de achterbank. De automobilist tankt en gaat betalen. Zegt de kassabediende: 'Zo zielig die beesten op de achterbank! Neem ze toch mee naar de dierentuin!' De volgende dag komt de bestuurder weer bij het tankstation met de twee pinguïns op de achterbank. Hij tankt en betaalt bij dezelfde kassabediende en die zegt: 'Je zou die pinguïns toch meenemen naar de dierentuin?' 'Inderdaad,' zegt de bestuurder, 'en vandaag neem ik ze mee naar het strand!'
Tynke krijgt les van haar vader in het verbuigen van werkwoorden. ‘Tynke, als jij een liedje zingt dan zeg je…?’ ‘Ik zing,’ zegt Tynke. ‘Goed zo,' zegt haar vader. 'En wat zeg je als mama zingt?’ Tynke: ‘Zij zingt.’ ‘Weer goed', zegt haar vader. 'En wat zeg je als oma zingt?’ Tynke: ‘Stop!!’
Jut zwemt in zee.
Ze wil naar Zweden zwemmen.
Dat is heel ver weg.
Jul zegt: ' Dat haal je nooit. Dat is veel te ver. Maar vooruit dan. Ik zwem wel met je mee.'
Jut zwemt maar door en door.
Jul ook.
Na een dag zwemmen zijn ze er bijna.
Ze zien al land.. Ik haal het nooit. Het is veel te ver om naar Zweden te zwemmen.'
Maar dan zegt Jut: ' Ik ben zoo moe. Ik haal het nooit. Kom Jul, ik draai me om.
Ga je mee.
We gaan terug.'
