welke 4 woorden worden het meest gebruikt in de klas

Er zit een meisje op straat te huilen. Er komt een man komt voorbij die bezorgd vraagt: ‘Wat is er aan de hand?’
‘Ik ben mijn euro kwijtgeraakt,’ snikt het meisje.
‘Ach kind, wat naar,’ antwoordt de man. ‘Hier heb je er eentje van mij.’
Het meisje gaat nog harder huilen.
‘Waarom huil je nu?’ vraagt de man verbaasd.
Het meisje zegt: ‘Ik had beter kunnen zeggen dat ik vijf euro kwijt was!’

Er liggen twee lucifers in het ziekenhuis. Vraagt de ene aan de ander: “Waarom lig jij hier?”. “Verbrande kop, en jij?”. “Gebroken poot”.

Lisa en Lieke zijn aan het breien.
'Waarom brei jij zo snel?'
'Ik wil klaar zijn voor mijn wol op is' antwoordt Lieke.

Een klein meisje gaat naar een dierenwinkel en vraagt aan de verkoper: "Heeft u soms een konijntje a.u.b.?"

De verkoper zet zich op zijn knieën en vraagt: "Moet dat een lief klein bruin konijntje zijn of een lief klein wit konijntje met rode oogjes?"

Waarop het meisje zegt : "Ik denk dat het mijne phyton gene kloot kan schelen!"

Er staat een oen voor het stoplicht. Het licht staat op rood. De oen zegt; ‘Ah, wat een mooie kleur!’ Het licht springt op oranje. Weer is de oen onder de indruk van de kleur. Als het licht daarna groen wordt, kijkt hij met open mond toe. Dan springt het licht weer op rood. ‘Hé, die heb ik al gezien’, zegt hij. En hij rijdt weg.