Vleselijke bekoring

Olivia zit in de les Nederlands.

De juf vraagt: ' Hoe zeg je zingen in de eerste persoon enkelvoud?'

Olivia: 'Ik zing.'

'Heel goed, Olivia', zegt de juf. En als papa zou zingen, wat zou je dan denken'

Olivia: ' Stooooooop'

'Ben jij bang voor schildpadden?'

'Ja, heel erg.'

'Maar dat zijn immers de vreedzaamste dieren ter wereld.'

'Ja, maar je weet nooit wat hij in zijn schild voert.'

Er zit een muis in de bioscoop. Op een bepaald moment komt er een giraffe voor hem zitten.

De muis gaat op de rij voor de giraffe zitten en zegt boos: 'Zo, nu weet je hoe het voelt als iemand voor je komt zitten!'

Er lopen twee zebra’s op straat. De ene zebra zegt tegen de andere: ‘Kom, we steken hier over.’ Zegt de andere zebra: ‘Nee, ik wil geen zebrapad worden.’

Mieke krijgt les van haar opa in het verbuigen van werkwoorden.

Opa: 'Mieke, als jij een liedje zingt dan zeg je ...?'

Mieke: 'Ik zing.'

Opa: 'Goed zo. En wat zeg je als mama zingt?'

Mieke: 'Zij zingt.'

Opa: 'Weer goed. En wat zeg je als oma zingt?'

Mieke: 'Stop!'