Een Duits echtpaar bezoekt voor de eerste keer de Noordzeekust.
'Wat is hier het meest bezienswaardig?' vraagt de man aan een dame in het toeristisch informatiebureau.
'Wel,' antwoordt de dame, 'voor de toeristen is dat natuurlijk het strand en de duinen, en voor de kustbewoners zijn het de toeristen.
De telefoon gaat.
'Dokter! Kunt u snel komen? Mijn zoontje heeft zijn piccolofluit ingeslikt.'
'Maakt u zich maar geen zorgen, ik ben zo bij u. Trouwens het had veel erger kunnen zijn ...'
'Hoe bedoelt u?'
'Ja, stelt u zich eens voor dat hij klarinet had gespeeld!'
Op een dag peutert de kleine Jantje in zijn neus. De juffrouw vraagt: 'Waarom peuter je in je neus?? Antwoordt Jantje: 'Ik zit toch op de PEUTERSCHOOL!'
Die jongetjes komen elkaar tegen en beginnen over hun moeder te praten.
Het eerste jongetje zegt: "Mijn moeder is net een sportwagen. Ze is mooi en elegant."
Het tweede jongetje zegt: "Mijn moeder is net een jeep. Ze is sterk, stoer en snel."
Het derde jongetje zegt: "Mijn moeder is net een ziekenwagen. Ze zegt altijd: 'dooee-diiit dooee daaat'."
Jantje zit in de klas. De juf zegt: ‘Ik ga jullie twee vragen stellen. Wie de eerste goed heeft, hoeft de tweede niet te beantwoorden. Oké, daar komt-ie: Hoeveel haren heeft een koe?’ Het wordt stil in de klas en Jantje steekt zijn vinger op en zegt: ‘Vierduizendnegenhonderddrieënzeventig, juf.’ De juffrouw vraagt: ‘Hoe weet jij dat zo precies, Jantje?’ ‘Jaaaaa,’ zegt Jantje, ‘dat is de tweede vraag en die hoef ik niet te beantwoorden!’
In 't zottenhuis vervelen de zotten zich. Daarom heeft de directie besloten om 3 papegaaien te kopen, een groene, een blauwe en een rode. Natuurlijk heeft één van die zotten de deur laten openstaan, en al die papegaaien, de boom in. Zegt een zot:
"Ik heb die deur open laten staan. Ik haal die papegaaien wel terug."
Na een tijdje komt die zot terug met een rode en een blauwe papegaai.
"Hoe, waar is die groene?" vragen ze.
Waarop die zot zegt:
"Ah, die heb ik laten hangen, die was nog niet rijp."
