Een meisje schrijft vanuit een vakantiekamp in een brief naar haar moeder:
'Alles gaat goed. Maar omdat je vergeten bent mijn naam in mijn kleren te naaien, noemt iedereen me nu "Zuiver katoen"!'
Een meisje schrijft vanuit een vakantiekamp in een brief naar haar moeder:
'Alles gaat goed. Maar omdat je vergeten bent mijn naam in mijn kleren te naaien, noemt iedereen me nu "Zuiver katoen"!'
Jantje gaat naar oma.
Oma zegt: 'Zo Jantje, wat ben jij gegroeid!'
'Nee oma, jij bent gewoon gekrompen!'
Jantje krijgt op school zijn rapport. Hij heeft allemaal enen. Als hij naar huis loopt, gooit hij het rapport in de vijver. Als hij thuiskomt vraagt zijn moeder: 'Waar is je rapport, Jantje?' Jantje begint te zingen: 'Alle eendjes zwemmen in het water!'
Tynke krijgt les van haar vader in het verbuigen van werkwoorden. ‘Tynke, als jij een liedje zingt dan zeg je…?’ ‘Ik zing,’ zegt Tynke. ‘Goed zo,' zegt haar vader. 'En wat zeg je als mama zingt?’ Tynke: ‘Zij zingt.’ ‘Weer goed', zegt haar vader. 'En wat zeg je als oma zingt?’ Tynke: ‘Stop!!’