Er staan twee toiletten in de wc. Zegt de ene tegen de andere: 'Hé moet je zien.'
Waarop de andere zegt: 'Wil je het nog een keer laten zien, ik heb mijn bril niet op.'
Er staan twee toiletten in de wc. Zegt de ene tegen de andere: 'Hé moet je zien.'
Waarop de andere zegt: 'Wil je het nog een keer laten zien, ik heb mijn bril niet op.'
Jantjre leert op school de verleden tijd.
De juf vraagt:' Wat is de verleden tijd van de zin: Ik eet een kommetje komkommersla?'
Waarop Jantje antwoordt; 'Ik at een kwammetje kwamkwammersloeg!'
Een motorrijder rijdt op een nieuwe motorfiets op de snelweg
Bij het passeren van een auto klopt hij op het raam. De bestuurder van de auto opent het raam, "Ja?" "Ooit op een Honda-motorfiets gereden?" "Nee, dat heb ik niet."
De motorrijder rijdt door, tot hij de volgende auto ziet. Bij het passeren klopt hij op het raam. De bestuurder van de auto opent het raam: "Ja?" "Ooit op een Honda-motorfiets gereden?" "Nee, dat heb ik niet."
Dan is er ineens een bocht, de motorrijder ziet het te laat. Hij crasht van de weg af in een sloot. Een auto stopt en een man rent naar de ongelukkige motorrijder.
Bedekt met bloed vraagt de motorrijder: "Ooit op een Honda-motorfiets gereden?"
"Ja, dat heb ik. Ik heb 20 jaar een Honda gehad."
De motorrijder zegt: "Vertel me eens, waar zijn de remmen?"