Twee stronten gaan een bank overvallen. Komt er een diarree aan: "Wat gaan jullie doen?". De stronten: "Een bank overvallen". Diarree: "Mag ik mee doen?". Stronten: "Nee, daar ben jij te slap voor!".
Nog 5 willekeurige moppen
De poetsvrouw
De poetsvrouw laat antieke chinese vaas vallen.
“Wat doe je nu?”, roept de heer des huizes. “Dat was een vaas uit 1610!”
“Oef,” antwoordt de poetsvrouw. “Ik dacht dat het een nieuwe was.”
Potlood
Jantje: ' Dokter, ik heb mijn potlood ingeslikt!'
Dokter: ' Dan zul je voortaan met een pen moeten schrijven, Jantje.'
Met de hond op café
Twee vriendinnen lopen samen met hun hond. De een heeft een grote zwarte labrador, de ander een piepkleine chihuahua.
Ze lopen langs een bar en de eigenaar van de labrador zegt: "Laten we een biertje drinken."
De chihuahua-uitlater klaagt: "Dat zou geweldig zijn, maar we kunnen onze honden daar niet meenemen."
De eerste antwoordt: "Kijk maar."
De eigenaar van de labrador komt binnen met haar hond en bestelt een biertje.
De barman zegt: "Sorry, je mag je hond hier niet meenemen."
"Hij is mijn blindengeleidehond," antwoordt de vrouw, terwijl ze doet alsof ze beledigd is.
De barman verontschuldigt zich snel en serveert haar het biertje.
De andere vrouw volgt, met haar chihuahua in haar kielzog, en bestelt ook een biertje.
Opnieuw zegt de barman dat er geen honden in de bar zijn toegestaan.
"Hij is mijn blindengeleidehond," antwoordt de vrouw.
"Ja, hoor," zegt de barman, "een chihuahua? Geef me een pauze.”
Zonder een tel te missen antwoordt de vrouw: “Hebben ze mij een chihuahua gegeven?!”
Een jongen heeft een nieuwe motor gekocht
Een jongen heeft een nieuwe motor gekocht. In de garage had hij nog een oud zijspan liggen en dat monteert hij aan zijn nieuwe motor. Aan een vriend vraagt hij of hij een stukje mee wil rijden. Eenmaal op de snelweg rijden ze tachtig en ziet hij zijn vriend helemaal rood worden. De jongen denkt: 'Hij vindt het vast leuk, laat ik maar iets harder rijden.' Als ie honderd rijdt ziet hij z'n vriend helemaal groen worden. 'Ha', denkt de jongen, 'hij vindt het ontzettend leuk' en trekt op naar 120 kilometer per uur. Zijn vriend begint paars te worden en de jongen denkt: 'Zo is het wel genoeg geweest,' en ze rijden weer naar huis. Thuis vraagt hij aan zijn vriend: 'En, hoe vond je het?' Zijn vriend antwoordt: 'Ik vond het ritje wel leuk, maar wil je de volgende keer een bodem in het zijspan zetten?'