De onderwijzer vraagt: ' Wie weet waarom paddenstoelen op paraplu's lijken?'
Sven weet het: ' Omdat ze altijd op vochtige plaatsen groeien, meester.'
De onderwijzer vraagt: ' Wie weet waarom paddenstoelen op paraplu's lijken?'
Sven weet het: ' Omdat ze altijd op vochtige plaatsen groeien, meester.'
Erik rijdt met hoge snelheid met zijn fiets door deen plas olie, glijdt uit en belandt met zijn hoofd in de struiken.
Een oude dame komt langs en vraagt: 'Ben je gevallen?'
'Nee,' zegt Erik, 'zo stap ik altijd af.'
Tynke krijgt les van haar vader in het verbuigen van werkwoorden. ‘Tynke, als jij een liedje zingt dan zeg je…?’ ‘Ik zing,’ zegt Tynke. ‘Goed zo,' zegt haar vader. 'En wat zeg je als mama zingt?’ Tynke: ‘Zij zingt.’ ‘Weer goed', zegt haar vader. 'En wat zeg je als oma zingt?’ Tynke: ‘Stop!!’
Jantje zit gefascineerd naar zijn moeder te kijken, terwijl ze een schoonheidsmasker aanbrengt. “Waarom doe je dat nou mama?” vraagt Jantje. “Om mezelf mooi te maken,” zegt zijn moeder, die even later de crème weer van haar gezicht veegt. “En nou dan?” vraagt Jantje, “geef je het op?”