Ruzie en Sukkel
Ruzie en Sukkel zijn beste vrienden. Op een dag gaan ze verstoppertje spelen. Ruzie moet gaan tellen en Sukkel gaat zich verstoppen. Sukkel verstopt zich achter een politiewagen. Even later komt de politieagent aanlopen. ‘Hoe heet je, jongeman?’ vraagt de politieagent. ‘Sukkel', zegt Sukkel. ‘Wat zei je?’ vraagt de politieagent nogmaals. ‘Sukkel’, zegt Sukkel nog een keer. ‘Zoek je ruzie?’ vraagt de agent met een boze blik. ‘Nee, Ruzie zoekt mij!’