Meiden zijn net als erwtensoep

Ruzie en Sukkel zijn beste vrienden. Op een dag gaan ze verstoppertje spelen. Ruzie moet gaan tellen en Sukkel gaat zich verstoppen. Sukkel verstopt zich achter een politiewagen. Even later komt de politieagent aanlopen. ‘Hoe heet je, jongeman?’ vraagt de politieagent. ‘Sukkel', zegt Sukkel. ‘Wat zei je?’ vraagt de politieagent nogmaals. ‘Sukkel’, zegt Sukkel nog een keer. ‘Zoek je ruzie?’ vraagt de agent met een boze blik. ‘Nee, Ruzie zoekt mij!’

'Helpen de pillen die ik voor uw zoontje heb voorgeschreven?' vraagt de dokter aan de moeder van één van zijn patiëntjes. 'O ja, dokter' zegt de vrouw heel opgetogen. 'Hij wordt er heel rustig van. Elke morgen zit hij er in bed mee te knikkeren.'

Jantje klaagt: 'Meester, ik wou dat ik in de middeleeuwen leefde.'

'Waarom Jantje?', vraagt de meester.

Jantje antwoordt: 'Dan hoefde ik niet zoveel geschiedenis te leren.'

Het loopt. Maar het loopt niet weg. Wat is het?

Maarten is met zijn klas op bezoek in een historisch musuem. Overal hangen bordjes met "niet aankomen". Maarten trekt zich er niets van aan. Hij pakt een vaas op om er eens goed naar te kijken. "Zet die vaas direct terug", zegt de lerares op strenge toon. Maarten schrikt zo erg, dat hij de vaas laat vallen. De museumdirecteur wordt erbij gehaald. "Dat is een Chinese vaas van 5000 jaar oud die je hebt laten vallen", zegt hij boos. Maarten haalt opgelucht adem. "Gelukkig maar, Ik was even bang dat hij nieuw was."