Jantje heeft voor zijn verjaardag een konijn gekregen en speelt ermee in de tuin.
Dan komt zijn juf langs en die zegt: 'Lief konijn zeg. Waar slaapt het?'
Jantje: 'Bij mijn ouders op de slaapkamer.'
De juf zegt verbaasd: 'Stinkt dat dan niet?'
Jantje: 'Ja, das waar. Daar moet Flappie dan maar even aan wennen.'
Meester: 'Jantje, wanneer ben jij voor het laatst onder de douche geweest? Vreselijk, je stinkt een uur in de wind...' Jantje: 'Dat is sterk overdreven meester, want ik ben pas een half uur op school!'
Tynke krijgt les van haar vader in het verbuigen van werkwoorden. ‘Tynke, als jij een liedje zingt dan zeg je…?’ ‘Ik zing,’ zegt Tynke. ‘Goed zo,' zegt haar vader. 'En wat zeg je als mama zingt?’ Tynke: ‘Zij zingt.’ ‘Weer goed', zegt haar vader. 'En wat zeg je als oma zingt?’ Tynke: ‘Stop!!’
Een heel dikke en een heel dunne man lopen over straat. De dikke man zegt tegen de dunne: 'Als ik jou zie, denk ik altijd dat er hongersnood heerst in Nederland.' 'Nou,' antwoordt de dunne, 'als ik jou zie denk ik dat die hongersnood jouw fout is.'
