Een kok plukt een kip en stopt ze in de pan, maar hij vergeet het vuur onder de pan aan te steken. Na een kwartier komt de kip naar de kok gewandeld en zegt boos: 'Zeg, ofwel geef je mij mijn veren terug ofwel je steek het vuur aan. Ik bevries van de kou!'
Johnny loopt een winkel binnen en zegt: 'Dag Hendrik. Als ik een halve kilo rozijnen koop tegen 4,90 euro per kilo. 7 eieren tegen 12 eurocent per stuk en 400 gram bloem tegen 2 euro per kilo, hoeveel krijg ik dan terug van 20 euro?'
Hendrik rekent alles uit en zegt: '15,91 euro. Zal ik alles in een zakje doen?
'Nee, nee, dat is niet nodig. Dat was het vraagstuk dat we moesten oplossen als huiswerk.'
'Wat is een synoniem?' vraagt de juf in de les Nederlands.
Een leerling: ' Dat is een woord dat je gebruikt als je niet weet hoe je het andere woord moet spellen.'
Ilse zit ijverig een met een stift op een blad te pennen.
'Wat ben je aan het doen?' vraagt Lea.
'Ik schrijf een brief aan Charlotte!' antwoordt Ilse.
'Maar je kan helemaal niet schrijven', antwoordt Lea.
Ilse zegt: 'Dat geeft niet. Charlotte kan niet lezen.'
Een man komt bij een dierenwinkel om een hond te kopen. Hij kiest er één uit en vraagt aan de verkoper of de hond wel trouw is. Verkoper: 'Zeker, meneer! Ik heb hem al drie keer verkocht en hij komt steeds weer bij me terug!'
Tynke krijgt les van haar vader in het verbuigen van werkwoorden. ‘Tynke, als jij een liedje zingt dan zeg je…?’ ‘Ik zing,’ zegt Tynke. ‘Goed zo,' zegt haar vader. 'En wat zeg je als mama zingt?’ Tynke: ‘Zij zingt.’ ‘Weer goed', zegt haar vader. 'En wat zeg je als oma zingt?’ Tynke: ‘Stop!!’
