Jantje gaat bij oma en opa logeren. Jantje zegt: 'Oma, ik moet piesen.' Oma zegt: 'Bah wat een vies woord, zeg maar fluiten.' Even later gaan ze slapen. Jantje krijgt een nachtmerrie en mag bij oma en opa in bed slapen. Jantje zegt: 'Opa, ik moet fluiten.' Opa zegt: 'Jantje, je kunt toch niet zomaar midden in de nacht fluiten.' Jantje zegt: 'Maar ik moet echt!' Opa zegt: 'Ach, doe het dan maar heel zachtjes in mijn oor.'
De onderwijzer is ziek en wordt vervangen door een jongeman die net zijn diploma heeft. De directeur komt onverwacht de klas binnen om te zien hoe de les verloopt.
Net op dat moment bdantwoordt Kevin een vraag: Ik is ...'
De directeur onderbreekt hem en zegt: 'Het is niet 'ik is' maar 'ik ben'.
Kevin is even uit zijn lood geslagen, maar zegt dan: 'Ik ben een persoonlijk voornaamwoord.'
Piet, Jan en Leo zijn door een schipbreuk gestrand op een onbewoond eiland, ergens midden in de oceaan. Op een dag komt er een zeemeermin langsgezwommen. Ze spreekt de mannen aan: ‘Hallo mannen, Jullie mogen alle drie één wens doen, die ik uit laat komen.’ De mannen denken na, waarna Piet als eerste zijn wens doet: ‘Ik wens weer terug te zijn bij mijn vrouw in mijn villa.’ Hij heeft nog maar net de zin uitgesproken of hij is al weg. Jan weet ook al wat hij wil wensen: ‘Ik wens dat ik terug ben op mijn boerderij.’ Niet veel later is ook Jan verdwenen. Leo denkt nog even na. Uiteindelijk zegt Leo: ‘Weet je, het is hier toch wel saai zonder Piet en Jan. Ik wou dat ze terug waren.’ En hup, het trio zit weer op het eiland!
Drie generaals zitten op te scheppen. 'Onze onderzeeër kan wel tien dagen onder water blijven', zegt de eerste. De tweede zegt: 'Ha! Onze onderzeeër kan wel twintig dagen onder water blijven.' De derde generaal denkt even na en zegt dan: 'Dat is nog niks! Als wij een onderzeeër onder water sturen, dan komt hij nooit meer boven!'
Drie jongetjes staan op de speelplaats op te scheppen over hun vaders. Het eerste manneke vertelt: "Mijne Pa werkt in Brussel tot 17.00 uur en met zijne Mercedes is em al bij ons thuis om 17.30 uur." Den tweede zegt: "Mijn vader werkt in Antwerpen tot 18.00 uur en met zijne Porsche is hij al thuis om 18.20 uur". Zegt het derde manneke:
"Onze pa werkt op de gemeente tot 16.00 uur en met zijne fiets is em al thuis om 15.30 uur"
Molly loopt met haar hond op straat en komt een vriendin tegen.
'Hé, ik wist niet dat je een hond had. Wat voor ras is het?'
'Een poltiehond.'
'Hmm, zo ziet hij er niet uit.'
'Nee, dat mog ook niet. Hij is namelijk bij de geheime politie.'
