Een boer genaamd Joep vond dat zijn verwondingen van zijn recente ongeluk, zwaar genoeg waren om het transport bedrijf aan te klagen die verantwoordelijk waren voor het ongeluk. In de rechtzaal ondervroeg de dure advocaat van het transport bedrijf Joep de boer.
"Zei u niet, op de plek van het ongeluk, dat u zich goed voelde?"
"Nou, ik zal u vertellen wat er was gebeurd. Ik had zojuist mijn favoriete ezel ingeladen in de..."
"Ik vroeg niet om details," onderbrak de advocaat.
"Beantwoordt gewoon de vraag. Zei u niet, op de plek van het ongeluk, dat u zich goed voelde?"
"Nou, ik had zojuist Berta in de laadbak gekregen en reed op de weg..."
"Edelachtbare, ik probeer hier een feit vast te stellen, dat op de plaats van het ongeluk, deze man de politie agent ter plekke had gezegd dat hij zich goed voelde. Nu, enkele weken na het ongeluk, klaagt hij mijn klant aan. Ik geloof dat hij een fraudeur is. Zou u hem kunnen zeggen dat vraag gewoon te beantwoorden?"
Op dit moment was de rechter echter nieuwsgierig naar wat Joep de boer te vertellen had en zei dat ook tegen de advocaat.
"Nou," zei Joep, "zoals ik al zei, ik had zojuist Berta ingeladen, mijn favoriete ezel, in de laadbak en reed over de weg, toen een gigantische vrachtwagen en aanhangwagen over het stopteken reed en tegen de rechterkant van mijn wagen. Ik vloog uit m'n auto, in een sloot, en Berta vloog in een andere sloot. Ik had vreselijk veel pijn en wilde niet bewegen. Maar ik hoorde Berta kreunen en ik wist dat ze ontzettend veel pijn leed aan de hand van die geluiden. Kort na het ongeluk kwam er een politie agent. Hij hoorde Berta kreunen en ging naar haar toe. Na haar een tijdje te hebben onderzocht, trok hij zijn vuurwapen en schoot haar tussen de ogen. Toen stak de politie agent de weg over met zijn vuurwapen in zijn hand en keek mij aan. Hij zei: uw ezel was er zo slecht aan toe dat ik haar moest doodschieten. Hoe voelt u zich?"
In de rechtszaal
Nog 5 willekeurige moppen
Piet, Jan en Leo zijn door een schipbreuk gestrand op een onbewoond eiland
Piet, Jan en Leo zijn door een schipbreuk gestrand op een onbewoond eiland, ergens midden in de oceaan. Op een dag komt er een zeemeermin langsgezwommen. Ze spreekt de mannen aan: ‘Hallo mannen, Jullie mogen alle drie één wens doen, die ik uit laat komen.’ De mannen denken na, waarna Piet als eerste zijn wens doet: ‘Ik wens weer terug te zijn bij mijn vrouw in mijn villa.’ Hij heeft nog maar net de zin uitgesproken of hij is al weg. Jan weet ook al wat hij wil wensen: ‘Ik wens dat ik terug ben op mijn boerderij.’ Niet veel later is ook Jan verdwenen. Leo denkt nog even na. Uiteindelijk zegt Leo: ‘Weet je, het is hier toch wel saai zonder Piet en Jan. Ik wou dat ze terug waren.’ En hup, het trio zit weer op het eiland!
Wandelen met de hond
Sander maakt elke dan een wandelingetje met zijn nieuwe hondje. Op een dag zegt een mijnheer tegen hem: ' Wat een mooie hond is dat. Heeft hij ook een standboom?'
'Nee', antwoordt Sander, 'hij plast tegen alle bomen.'
Uit de boom gevallen
Gek, Niks en Niemand zitten samen in een boom. Plotseling valt Niemand uit de boom. “Snel, bel een ziekenwagen” roept Niks. Gek belt snel naar het ziekenhuis en zegt “Hallo, ik ben Gek, ik bel voor Niks en Niemand is uit de boom gevallen!”
Koud en warm water
Een toerist reserveert een kamer in een hotel. Hij vraagt of er warm en koud water is. De hoteleigenaar knikt: 'In de zomer is er hier wam en in de winter is er hier koud water.'