Een gek is ontslagen uit het gekkenhuis en gaat bij zijn broer op bezoek. De broer is ook niet helemaal honderd procent. De gek is nog geen kwartier bij zijn broer of hij staat al op de tafel te roepen “Ik ben een lamp, ik ben een lamp!”. Zijn broer belt naar het gekkenhuis en klaagt “Mooie boel is dat, mijn broer is nog geen kwartier binnen en hij staat al op de tafel te roepen dat hij een lamp is”. – “Stuur hem maar weer terug” zegt de telefoniste van het gekkenhuis. De broer reageert “Ja daag, dan heb ik geen licht meer!”
Nog 5 willekeurige moppen
zes muggen doodgeslagen
Louis zegt tegen zijn kameraad: "Ik heb vannacht zes muggen doodgeslagen. Drie mannetjes en drie vrouwtjes."
Vraagt zijn kameraad: "Hoe weet je dat het drie mannetjes en drie vrouwtjes waren?"
"Omdat er drie op de tv zaten en drie op de spiegel!"
Streepjes
Een zebra komt een leeuw tegen in de savanne.
De leeuw zegt tegen de zebra: 'Ik vind die streepjes eigenlijk niet zo mooi!'
De zebra antwoordt: 'Ik eigenlijk ook niet, maar de stippen waren uitverkocht!'
Even moeilijk
Jezus ziet wat je doet
Een zekere nacht probeert een inbreker in een huis te breken en hoort opeens een stem die zegt 'Jezus ziet wat je doet.'
De inbreker springt op, kijkt rond zich en ziet niets.Hij gaat dus verder met inbreken en hoort weer diezelfde stem 'Jezus ziet wat je doet'.
Weer schrikt hij, zoekt waar de stem vandaan komt en ziet een papegaai in een kooi. Hij vraagt: 'Was jij dat die dat zei?'
'Ja', zei de papegaai, 'dat was ik'.
'Zo', zei de inbreker 'en hoe heet jij?'. 'Clarence', zei de papegaai.
'Welke idioot heeft je deze stomme naam gegeven?' vraagt de inbreker.
'Dezelfde idioot, die onze rottweiler, Jezus genoemd heeft', zei de vogel.
Twee vragen
Jantje zit in de klas. De juf zegt: ‘Ik ga jullie twee vragen stellen. Wie de eerste goed heeft, hoeft de tweede niet te beantwoorden. Oké, daar komt-ie: Hoeveel haren heeft een koe?’ Het wordt stil in de klas en Jantje steekt zijn vinger op en zegt: ‘Vierduizendnegenhonderddrieënzeventig, juf.’ De juffrouw vraagt: ‘Hoe weet jij dat zo precies, Jantje?’ ‘Jaaaaa,’ zegt Jantje, ‘dat is de tweede vraag en die hoef ik niet te beantwoorden!’