Een pastoor en een rabbijn staan met elkaar te praten. "Ik had laatst een visioen van de joodse hemel," zegt de pastoor. "En, hoe was het er?" vraagt de rabbijn. "Man, het leek wel een vlooienmarkt. Overal troep, overal kabaal, overal schreeuwende en gebarende mensen. Dat was niet mooi meer...," zegt de pastoor.
"Grappig," zegt de rabbijn, "want ik had laatst een visioen van de christelijke hemel."
"Vertel eens," zegt de pastoor.
"Nou, heel anders," zegt de rabbijn: "Het was er oogverblindend mooi. Het staat daar vol met kathedralen van goud en zilver en edelstenen. Alles even proper en netjes en oases van rust ook...".
"En de mensen?" vraagt de pastoor.
"Mensen?", zegt de rabbijn, "mensen? Nee, die waren er niet."