Er lopen twee cactussen over de straat.
Opeens stoot de ene de andere per ongeluk aan.
Dan zegt die andere : "Kijk eens uit uw doppen, eikel!"
Dan zegt de ene weer: "Hoho, zijn we weer prikkelbaar vandaag?"
Er lopen twee cactussen over de straat.
Opeens stoot de ene de andere per ongeluk aan.
Dan zegt die andere : "Kijk eens uit uw doppen, eikel!"
Dan zegt de ene weer: "Hoho, zijn we weer prikkelbaar vandaag?"
Twee onderbroeken liggen samen in de wasmand.
Zegt de ene tegen de andere: "Ben jij op reis geweest? Je ziet er zo bruin uit."
Mama vindt het gek dat Jantje al zo snel van de zwemles weer thuis is.
Jantje legt uit: ' Ik heb in het zwembad geplast.'
Mama stelt Jantje gerust:
'Dat geeft niet. Dat doet iedereen weleens. Waarop Jantje zegt: 'Ja, maar niet van de hoogste duikplank.'
Jantje's vader zit te wachten tot Jantje thuis komt. En Jantje komt niet thuis. Dus gaat zijn vader maar eens kijken waar zoonlief blijft. Bij de school van Jantje treft hij hem aan. "Jantje," vraagt hij, "waarom kom je niet naar huis?" Jantje antwoordt: "Nou, we hebben met aardrijkskunde gehad dat de aarde draait. Ik zit hier te wachten tot ons huis voorbij komt."
Midden in de nacht wordt een man door een andere man aangesproken.
"Weet u misschien of hier in de buurt een politieauto rondrijdt?"
"Nee mijnheer, sorry, niet gezien."
"O jee, is hier in de buurt dan een politiebureau?"
"Nee sorry, dat is aan de andere kant van de stad. Maar kan ik u misschien ergens mee van dienst zijn?"
"Jazeker, nergens politie te bekennen, dan is dit een overval!"