De juf geeft de klas een raadseltje op: "Het geeft melk en het heeft 4 poten."
Jantje springt op en zegt: "Een geit, juf."
"Dat is wel goed maar het is niet wat ik bedoel. Ik bedoel namelijk een koe."
"Dan heb ik voor u ook nog een raadseltje," zegt Jantje, "het is droog en strak als het erin gaat en het komt er nat en slap weer uit."
De juf krijgt hiervan zo'n rood hoofd als een tomaat.
"Wat u denkt is ook goed, maar ik bedoel eigenlijk een theezakje.
‘Mama, mag ik een euro? Er staat buiten op straat een man te schreeuwen.’
‘Wat lief van je, Bart! Hier heb je wat geld.’
‘Maar wat zegt die man dan eigenlijk?’
Bart vanuit de gang: ‘Vanilleijs, aardbeienijs, slagroom en nootjes!’
Een aap slingert in de Jungle van boom tot boom op weg naar de drinkplaats. In zijn enthousiasme ziet hij niet dat de leeuw ook aan het drinken is en kwakt tegen hem aan.
De Koning van het dierenrijk kan een dergelijke aantasting van zijn waardigheid niet zo laten, en zet de achtervolging in. De aap vlucht voor zijn leven tot hij op een tak een krant ziet liggen. Hij gaat zitten op de tak en verstopt zich achter de krant. Even later komt de leeuw voorbij en vraagt: "Zeg maatje, heb je hier geen aap zien voorbij komen?"
"Een aap die net een leeuw langs achter heeft gepakt?"
"Wat? Staat het al in de krant?"
Een man telefoneert naar een mevrouw. Een klein meisje neemt op en de man zegt: 'Mag ik je moeder even aan de telefoon?' Het meisje zegt: 'Nee, die is net even bezig.' Zegt de man: 'Mag ik dan misschien even je vader aan de telefoon?' 'Nee,' zegt het meisje, 'die is ook net even met iets bezig.' Man: 'Maar wat zijn je ouders dan aan het doen?' Meisje: 'Ze zijn mij aan het zoeken.'
Een meisje en haar mama lopen op straat. Het meisje vraagt: "Mama, mag ik een handstand doen?"
Mama zegt: "Nee, want dan kunnen de mensen je onderbroek zien." Maar het meisje doet het toch.
Als ze weer op beide benen staat zegt mama: "Nu hebben de mensen je onderbroek gezien."
"Nee hoor," zegt het meisje, "die had ik uit gedaan."
Lisa en Lieke zijn aan het breien.
'Waarom brei jij zo snel?'
'Ik wil klaar zijn voor mijn wol op is' antwoordt Lieke.
