Twee mannen zien een lelijke vrouw de straat oversteken. 'Goh, wat is Miep toch een afschuwelijk lelijk wijf!' 'Ach wees toch niet zo hard. Ze kan het toch ook niet helpen dat ze lelijk is!' 'Misschien niet, maar ze zou op z'n minst binnen kunnen blijven!'
Merel, Sarah, Silke en Paulien gaan een gezelschapsspel spelen.
Merel gooit de dobbelsteen naar het plafond.
'Waarom doe je dat, Merel?' vraagt Paulien.
'wie het hoogst gooit, mag beginnen', zegt Merel.
Twee zwervers zijn opgepakt en naar het politiebureau gebracht.
'Waar woon je?' vraagt een politieman aan een van de zwervers.
'Ik woon nergens, meneer de agent.'
'En jij?' vraagt de politienaam aan de tweede zwerver.
'Ik ben zijn buurman.'
Klara vraagt aan haar vader: ‘Papa, weet jij hoeveel tandpasta er in een tube zit?’ Vader zegt: ‘Nou, geen idee.’ ‘Ik wel’, zegt Klara. ‘Van de badkamer over de overloop naar jullie slaapkamer, die twee keer rond en dan ook nog helemaal tot in je studeerkamer!’
Twee patatjes kwamen elkaar tegen. Vraagt de ene: "Hé, waarom huil je?" Zegt de andere: "Mijn broer zit in de puree!"