Een getrouwde man heeft een verhouding met zijn secretaresse.

Merel, Sarah, Silke en Paulien gaan een gezelschapsspel spelen.
Merel gooit de dobbelsteen naar het plafond.
'Waarom doe je dat, Merel?' vraagt Paulien.
'wie het hoogst gooit, mag beginnen', zegt Merel.

Janna zit op de fiets en plotseling wordt ze aangehouden door een agent. ‘U heeft geen licht, de remmen zijn stuk en er zit geen spatbord op uw fiets. Dat gaat u vijftig euro kosten!’ ‘Dat is goed’, zegt Janna. ‘Maar dan moet hij wel morgen klaar zijn!’

De juf zegt tegen Jantje: 'Je hebt je gezicht niet goed gewassen.

Ik kan zien wat je vanochtend hebt gegeten!'

'Wat dan?' vraagt Jantje.

'Chocoladepasta!' zegt de juffrouw.

'Fout!' zegt Jantje. 'Dat was twee weken geleden!'

Jantje is een dagje aan zee met zijn familie.

Hij komt uit het water en zegt:

'Mama, mag ik een ijsje?'

Mama zegt: ' Straks als je opgedroogd bent.'

Waar Jantje antwoordt: ' Goed mama, dan ga ik ondertussen nog even het water in!'

Erik rijdt met hoge snelheid met zijn fiets door deen plas olie, glijdt uit en belandt met zijn hoofd in de struiken.

Een oude dame komt langs en vraagt: 'Ben je gevallen?'

'Nee,' zegt Erik, 'zo stap ik altijd af.'