Een Fransman , een Belg en een Nederlander besluiten om te zien wie hoeveel bier kan opdrinken. Ze gaan elk om te beurt aan de leugendetector. ( Hij zegt PIEP als het fout is )
Eerst de Fransman :
'Ik denk dat ik 200 biertjes kan opdrinken' PIEP
'100' PIEP
'50?'
de leugendetector zweeg
Vervolgens de Belg
' Ik denk dat ik 250 biertjes kan opdrinken' PIEP
'150?'
de leugendetector zweeg
Ten Slotte de Nederlander :
' Ik denk ...'
PIEP
Want een nederlander kan niet denken !
Jantje gaat naar de dokter. Hij zegt: 'Als ik hier duw doet het pijn en als ik hier duw doet het ook pijn. En als ik hier duw doet het ook pijn!' De dokter zegt: 'Ik zie het al. Je vinger is gebroken!'
Het proefwerk is gemaakt en meester weet zeker dat er gespiekt is. Want bij Hans staat:'DAT WEET IK NIET' en bij Ilse staat: 'IK OOK NIET'.
Jantjre leert op school de verleden tijd.
De juf vraagt:' Wat is de verleden tijd van de zin: Ik eet een kommetje komkommersla?'
Waarop Jantje antwoordt; 'Ik at een kwammetje kwamkwammersloeg!'
Lisa en Lieke zijn aan het breien.
'Waarom brei jij zo snel?'
'Ik wil klaar zijn voor mijn wol op is' antwoordt Lieke.
'Was je handen even voordat je naar school gaat!' zegt moeder tegen haar jongste kind.
'Nergens voor nodig', antwoordt de jongen ik steek toch nooit mijn vinger op.
