Klaas gaat naar zijn werk en daar komt hij zijn collega Jan tegen. Jan komt heel moeilijk aanlopen en dus vraagt Klaas “Waarom loop jij zo moeilijk?” Jan zegt “Ik heb gisteren een Duitse herder gekocht en die heb ik uitgelaten” Klaas vraagt “Die was zeker nogal sterk dan?” Waarop Jan zegt “Dat viel nog wel mee, maar ik heb even gekeken of het een echte Duitse herder was. Toen ik een kind zag zei ik 'Das kind' en die hond was niet meer te houden en wou het kind aanvallen. Loop ik terug naar huis en komt daar een fietser aanfietsen. Ik zei 'Das rad' en die hond gaat als een wilde tekeer tegen die fiets. Ik dus verder naar huis met dat beest en doe ik thuis nog een test. Ik wijs naar de klok en zei 'Das uhr' en vervolgens sloopt die hond de hele klok.” Komt mijn vrouw thuis en ze ziet de vernielde klok en vraagt “Wat is hier gebeurd?” waarop ik antwoordt “Dat heeft die hond gedaan” zegt ze “Das klote!”
Duitse herder
Nog 5 willekeurige moppen
Eerste schooldag
Het was de eerste schooldag.
Harry's moeder ging naar zijn slaapkamer en zei: 'Kom op Harry, sta nu op. Je moet vandaag naar school.”
‘Maar ik wil niet naar school,’ antwoordde Harry, ‘ik wil in bed blijven. Waarom moet ik naar school?”
“Omdat,” antwoordde zijn moeder, “jij een leraar bent!”
Zwemmen
'Bart, ga je mee zwemmen?'
'Nee!'
'Waarom niet?'
'Ik heb erge buikpijn.'
'Dan zwem je toch gewoon op je rug!'
Verstand
Rob: ‘Papa, toen ik geboren werd, wie heeft mij toen verstand gegeven?’ Antwoordt zijn vader: ‘Vast en zeker je moeder, want ik heb mijn verstand nog!’
Twee vragen
Jantje zit in de klas. De juf zegt: ‘Ik ga jullie twee vragen stellen. Wie de eerste goed heeft, hoeft de tweede niet te beantwoorden. Oké, daar komt-ie: Hoeveel haren heeft een koe?’ Het wordt stil in de klas en Jantje steekt zijn vinger op en zegt: ‘Vierduizendnegenhonderddrieënzeventig, juf.’ De juffrouw vraagt: ‘Hoe weet jij dat zo precies, Jantje?’ ‘Jaaaaa,’ zegt Jantje, ‘dat is de tweede vraag en die hoef ik niet te beantwoorden!’
les in beleefdheid
Op school krijgen de leerlingen les in beleefdheid. De juf vraagt: ‘Anton, als je per ongeluk op de voet van een mevrouw gaat staan, wat doe je dan?’ Anton: ’Dan zeg ik: “Pardon, mevrouw”. Heel makkelijk!' Juf: ‘Heel goed. En als ze jou nu wat geld wil geven omdat je zo beleefd bent, wat doe je dan?’ Anton: ‘Dan ga ik op haar andere voet staan om te zien of ik daar ook geld voor krijg.’